Pagina's

donderdag 26 mei 2011

L'impacte

You never forget the face of your tormentor. Op dinsdagochtend reden er geen trams, waardoor ik de bus naar mijn werk moest nemen. Ik zat op een dwars klapstoeltje wat mijmeren, de bus stopte bij de halte en vanuit mijn ooghoek zag ik de persoon instappen van wie ik altijd heb gezegd dat als ik haar nooit meer terug zou zien, het nóg te vroeg zou zijn.

Het voelde alsof iemand ijswater rechtstreeks in mijn aderen spoot. Ik moest deze bus uit. NU.

Ik stond op, deed mijn haarband met strik af (niet meer in de gaten lopen dan strikt noodzakelijk) en liep richting de achteruitgang. Helaas had deze bus geen achteruitgang, en teruglopen naar het midden kon niet meer, want ze had plaatsgenomen op het stoeltje er precies naast. Ze zou me zien. Ze zou me herkennen.

Ik ging “Respire! Respire! Merde! Respire!” tegen mezelf mompelend naast iemand zitten en deed mijn best me te verschuilen achter de mevrouw voor me. Dat de mevrouw naast me door mijn gedrag vermoedde dat ik zwaar psychisch gestoord was, kon me éventjes niet bommen.

Ik zag dat ze in het midden van de bus was gaan zitten, op een afstand maar toch schuin tegenover me, met haar gezicht tegen de rijrichting in. Via het videoscherm kon ik zien dat zij het inderdaad was: 21 jaar ouder dan de laatste keer dat ik haar zag, maar onmiskenbaar zichzelf. In mijn hoofd hoorde ik het irritante “njjj” voorgeluidje dat ze altijd maakte zodra ze begon te praten, ik herinnerde me alle treiterijen, kutopmerkingen en de ellende die ze me in de 4 jaar dat ik met jaar in een klas gezeten heb, heeft aangedaan. Bij elke halte hoopte ik vurig dat ze uit zou stappen, maar helaas. Ik raakte hoe langer hoe meer in paniek. Ze zou me zien, ze zou me herkennen, ze zou tegen me praten.

Ik dacht aan dat nummer van Tracy Chapman waarin ze zingt: “All the bridges that you burn, come back one day to haunt you”: het maakt niet uit hoe ver ik verhuis, het maakt niet uit wie ik ben of wat ik doe, ik zal altijd en eeuwig achternagezeten worden door mijn verleden.

Ondertussen reed de bus in een rap tempo richting halte H. en ik bad vanuit mijn tenen: "Als er een God is, alsjeblieft, zorg er dan voor dat ze eerder uitstapt dan ik. Alsjeblieft...". Ik was spontaan weer 10 jaar oud.

Halte S. Over 3 haltes moest ik eruit. Wat nou als ze tot het eindpunt bleef zitten? Vandaag kon ik niet te laat komen, ik moest naar een promotie. Je kunt niet te laat komen op een promotie.

Halte IJ. Nog steeds die roze sjaal op de videomonitor. Nog steeds maakte ze geen enkele aanstalten om op te staan. Ik moest zo snel mogelijk ongezien deze bus uit. De man twee bankjes verderop keek zorgelijk naar me. Vast een dokter. Ik moest zachter hyperventileren, straks ik liep te veel in de gaten. Ze zou me zien, ze zou me herkennen en ze zou tegen me praten, alsof er nooit iets gebeurd was.

Het zou als volgt gaan: ze zou blij verrast doen en vragen hoe het met me ging, terwijl ze haar blik over mijn lichaam zou laten gaan en me vervolgens zou aankijken met die blik die boekdelen sprak. Ik zou terugkijken, een enorme kalmte zou zich van mij meester maken, ik zou haar bij haar strot grijpen en haar met hoofd tegen het eerste het beste harde object aan blijven rammen tot ze dood was.

Ik hoopte en wenste en smeekte dat er iets zou gebeuren: dat de bus door aliens overvallen zou worden, dat ik spontaan zou veranderen in een glamazon van 1 meter 80, dat er een achterdeur in de bus zou verschijnen of dat ik onzichtbaar werd, wat dan ook. Maar dat gebeurde niet. Wat wel gebeurde, was dat ze uitstapte bij halte A., één halte voordat ik eruit moest.

"Merci, mon dieu!" prevelde ik zachtjes. De mevrouw naast me was nu werkelijk overtuigd van het feit dat ik in een religieuze psychose zat. “Halte V!” riep de omroepstem, ik stond op, struikelde bijna over mijn eigen voeten, stapte uit de bus en liep trillend richting stoplicht. Pas tijdens het oversteken moest ik huilen.

6 opmerkingen:

kouw zei

De benauwdheid en de angst en hoe dan het koude zweet je uitbreekt. Die tranen, dat die toen pas kwamen. Ook al is het veel te laat, ook al heb je er geen zak aan: *knuf*.

swan zei

Jeetje, ik voel de beklemming ook helemaal zelf. Maar je hebt je goed gehouden, je hebt haar niet kapot gemaakt. Dat pleit voor jou!!

smiley zei

Ik ken het gevoel van vroeger. Ik kende ook zo iemand. Ik kwam haar vele jaren later ook nog eens tegen. Ik zag haar. Zij mij niet. Het deed me niets meer. Ze liet me koud.
Hopelijk komt dat voor jou ook nog eens.

Emma van Castricum zei

@ kouw: het is nooit te laat voor een knuffel. Dank je.

Emma van Castricum zei

@ swan: gevangenisstraf voor doodslag was nooit een van mijn levensambities gelukkig.

Emma van Castricum zei

@ smiley: ik zorg er voor de zekerheid maar voor dat ik haar nooit meer tegenkom.